Ecologische maatregelen om tot een soortenrijk gebied te komen

(De ‘maatregelen’ hieronder zijn een uitgebreide versie van ‘Natuur in de stad: Een oase’ op deze website).

Bij de aankoop van de Hof van Chartreuse in Utrecht was het bijzonder opvallend dat er weinig dieren hier voorkwamen. Om natuur in de stad te krijgen en te houden dient blijkbaar een actief beleid gevoerd te worden.

In het kort kan gezegd worden dat het gebied van soortenarm naar soortenrijk is gebracht, zowel wat betreft beschutting, nestgelegenheid, nectar, stuifmeel, eetbare bessen, zaden e.d. We hebben ook het onderhoud en inrichting van een gemeentelijk gebied uitgevoerd. Er is grond later extra aangekocht om deze goed in te kunnen richten. Specifieke maatregelen zijn per diersoort hieronder beschreven.

Het is een lang proces geweest. Met veel geduld, veel doorzettingsvermogen en een hoop enthousiasme. Ieder jaar iets uitproberen en langzaam maar zeker steeds meer dieren zien.
Eerst een bezoekende groenling, dan een paar in de winter. Dan een hele groep, ook in de zomer. Prachtig. Dikke jonge egels in de composthoop. Een snuitje van de eekhoorn in de boom. Een specht die haar jong voedt op het hoofd van een tuinbeeld. Gegons van hommels. Als je een steen optilt, zie je een salamander. Kikkers huppen voor je uit de sloot in. Steeds meer vogels, tot je het bijna gewoon vindt om in een open volière te ontbijten of te vergaderen.

De toename van aantallen en soorten van zowel insecten, vlinders, libelles, amfibieën, vleermuizen en vogels op het huidige –kleine- gebied, sinds 1989, is zeer bijzonder te noemen. Verdere verbetering zal van het gemeentelijk beleid moeten komen. Het gebied heeft ecologisch een hoge potentie. Het kan twee hoofdecologische zones met elkaar verbinden en we zien zo mogelijkheden voor vele extra dieren.

Per diersoort is hieronder aangegeven wat de uitgangssituatie was in 1989, de uitgevoerde maatregelen in het oorspronkelijke gebied van 2500 m², en de genomen maatregelen in het gebied rond de bunker tussen “het Hof” en de voetbalvelden en rond de vijver aan de Laan van Chartroise; inmiddels 5000 m² totaal.

Maatregelen tot nu toe per diersoort

Insecten, bijen, hommels en vlinders

Uitgangssituatie:

Weinig insecten

Genomen maatregelen in de tuinen:

  • Dichte begroeiing geplaatst, hoge haag om wind te breken
  • Rozen, kamperfoelie en anderen in bomen laten klimmen als schuilplaats;
  • Veel struiken en heesters wintergroen (beschutting);
  • Een gemengde gevelbegroeiing waarin ook groenblijvende Hedera. Hier blijft de vorst weg, zodat er voor de insecten een goed klimaat ontstaat.
  • Dichte takkenbossen
  • Planten en struiken van botanische oorsprong; uitgezocht op stuifmeel en honing;
  • Bloei van planten, struiken en bomen in grote groepen vanaf februari tot november
  • Waardplanten voor vlinders

Effecten tot nu toe:

Aantallen en soorten insecten enorm toegenomen. Dit geldt ook, maar in mindere mate, voor dag- en nachtvlinders. Een aantal vlinders kwam prompt 1 à 2 jaar na het planten van waardplanten voor die soort. Diverse dagvlinders die eventueel op deze plek ook mogelijk zijn, zijn er (nog) niet. Vermoedelijk is het oversteken van de drukke wegen een probleem, naast een onvoldoende mogelijkheid om van de hoofdecologische routes te komen langs een juiste onderbegroeiing. Er komen vijf hommelsoorten voor en er zijn veel wilde bijen. Het gonst van de insecten rond diverse groepen planten. Een imker heeft permanente bijenkorven in het gebied neergezet.

Nog te nemen maatregelen:

We zijn de beplanting nog exacter aan het afstellen, waarbij we kijken waar nog zon komt in welke tijd van de dag en de maand. Hier worden de planten bij uitgezocht, zodat er naast de schaduw van de grote bomen voldoende planten in de zon staan.

Libelles

Uitgangssituatie:

Ondanks sloot en vijver waren er tot 1995 geen libelles. Langs de sloot en vijver groeiden geen water- en oeverplanten.

Genomen maatregelen:

Aanplanten van gele lis van de sloot bij de boerderij in 1994. Vanaf 1995 kwamen er meer kleine libelles. Vanaf 2002 zien we diverse grote. Inmiddels ook gele lis rond vijver geplant (2002) en we laten we specifiek wat planten overhangen om het afzetten van eitjes mogelijk te maken. Een probleem hierbij is het kroos op het water.

Effect tot nu toe

De diversiteit neemt nog toe, maar de aantallen zijn niet groot.

Nog te nemen maatregelen:

  • Creëren van een moeras gebiedje. Dit zou in het groengebied kunnen naar de Vecht; (gemeente Utrecht)
  • Schoonmaken van het water van de sloot en de vijver door het lozen van minder fosfaten, zodat het kroos verdwijnt. (gemeente Utrecht)

Vissen

In 1989 was er geen kroos op de vijver en zat er veel vis. De sloot was daarvoor eens lek gestoten bij onderhoud. De gemeente voerde daarom tot 1999 water toe via grondwater, wat de provincie uiteindelijk verbood. Nadat er een verbinding is gemaakt via een pijp naar de Vecht, is het water zeer fosfaatrijk geworden. Het inlaatpunt is vlak na de rioolwater zuiveringsinstallatie. Daarnaast worden de voetbalvelden bemest en wateren deze af op de sloot en vijver.
Na aanleg van een kunststofgrasveld in plaats van een grasveld (erg jammer voor de vogels) lijkt de dikke laag kroos minder dik. Wellicht zijn vissen weer denkbaar.

Amfibieën

Uitgangssituatie:

Ondanks vijver en sloot waren er geen kikkers en padden aanwezig.

Genomen maatregelen:

  • Kleine vijver in de tuin gegraven als kraamkamer en hier kikkerdril in uitgezet, 3 jaar achter elkaar. In 2008 ook paddenslingers.
  • Gele lis geplant, zodat amfibieën het water uitkunnen bij de vijver. Deze hele rand is minder hoog geworden.
  • Langs de sloot achter de boerderij is een speciaal ontworpen beschoeiing geplaatst met een schuine kant.
  • Aan de rand van de sloot zijn drijvende boomstammen als ‘kikkerplanken’ gemonteerd. Er wordt veel gebruik van gemaakt.
  • Op diverse plekken liggen steenhopen waarin ruimtes zijn uitgespaard.
  • Voor de bunker hebben we een muur van ca. 30 meter gemetseld waarin gaten zijn opgenomen. Achter de muur liggen weer grove stenen met veel ruimtes; de ‘paddenmuur’.

Effecten tot nu toe

Vanaf 2003 zijn er volwassen kikkers. Bruin en groen. Per jaar neemt het aantal toe. Het gebied biedt blijkbaar nu voldoende ruimte en overwinteringsmogelijkheid. Daarnaast komt de watersalamander in flinke aantallen voor. Er zijn twee waterschildpadden van ca. 20/25 cm gesignaleerd.

Nog te nemen maatregelen:

Als bij libelles. Overleg met de gemeente over bemesting van de overgebleven grasvelden en een zuivering van het drainage water.

Kleine zoogdieren

Uitgangssituatie:

Er waren wat muizen, en soms zagen we een egel.

Genomen maatregelen in de tuinen:

  • Laten liggen van takkenbossen en steenhopen, her en der enigszins ruige begroeiing.
  • Composthopen worden opgebouwd met een onderbouw van een staketsel met takken.
  • Zie ook bij amfibieën.

Effecten tot nu toe

Er zijn egels en muizen in het gebied. Beide soorten zijn flink toegenomen sinds 2004, na de aanleg takkenwallen en het volgroeien van sommige hagen. (Een valkje bezoekt sinds 2002 het gebied zo nu en dan, sinds 2007/08 zeer regelmatig.)
Opvallend is hoe de egels toenamen. Bij iedere composthoop die we ‘keren’ vinden we bijna een stel egels; ze zien er prachtig en goed doorvoed uit.
We hebben zo nu en dan een bezoekende eekhoorn, vermoedelijk vanuit het Julianapark.

Nog te nemen maatregelen langs de Marnixlaan (richting Julianapark):

De strook langs voetbalvelden leent zich voor een gedifferentieerde ruige begroeiing met dicht struikgewas. De gemeente haalt helaas tot nu toe juist hier bomen en struiken weg en wil nog meer weghalen.

Vleermuizen

Uitgangssituatie:

Geen vleermuizen.

Genomen maatregelen

Voor vleermuizen zijn we niet echt aan de slag gegaan. Toch komen er vanaf 2001 vleermuizen voor in kleine aantallen. In 2004 is er een kolonie vleermuizen in de boerderij.

Te nemen maatregelen:

De aanwezige bunker geschikt maken voor overwintering. Dit zal andere vleermuizen kunnen aantrekken dan de groep in de hofstede. We hebben het mangat inmiddels voorzien van een deur met ‘brievenbussen’.

Vogels

Uitgangssituatie

weinig vogels, zowel in aantal als soort.

Genomen maatregelen:

In een algemeenheid gesproken is getracht een soort supermarkt te maken op voedsel gebied voor vogels.

  • Aanplant van voedselwaarde planten, -struiken en bomen. Dit na jaren lange studie hierover (Veel vastgelegd in lijsten die in te zien zijn of te verkrijgen bij een bezoek aan het gebied).
  • Planten met nectar en stuifmeel. Deze trekken insecten, deze trekken weer insecten etende vogels.
  • Er is een grote verscheidenheid van bomen en stuiken met bessen en zaden.
  • ’s Winters wordt bijgevoerd
  • Aanbrengen van nestgelegenheid middels een diversiteit aan “vogelbosjes”, diverse soorten nestkasten, en een grote takkenril van ca. 30 m lang in een dichte struikenmassa, waar ook braam groeit.
  • Voor veel beschutting en vluchtmogelijkheden gezorgd.
  • Bomen laten we begroeien met diverse soorten kamperfoelie, rozen en andere.
  • Een grote muur van de boerderij en de bunker is begroeid met Hedera. Alleen al bij de muurbegroeiing van de boerderij tellen we jaarlijks 7/10 nesten.
  • Het oude dode hout laten we staan. De extra insecten die hierop af komen geven gevarieerder voedsel voor soorten als grote bonte specht (inmiddels aanwezig en broedend) en matkop of kuifmees (een enkele keer gezien).
  • Het dichte struikgewas langs de voetbalvelden zijn we aan het verbeteren. Met name de kleine zangers zijn toegenomen en kunnen daarvan verder profiteren. In 2007/08 zijn daar 25 bomen geplant die klein blijven en als hakhoutzone dienst kunnen doen.

Effecten tot nu toe:

Jaar na jaar worden aantal soorten en de aantallen per soort groter.
Inmiddels heb ik 36 soorten geteld, maar het zullen er meer zijn, gezien het feit dat ik het herkennen van vogels lastig vind. Er wordt veel genesteld, vaak door twee broedparen van dezelfde soort, of een flinke groep (bijv. groenling).

Toekomst

Zie ook tekening van de situatie

Situatie

Het gebied is nu, met een goede rand langs de voetbalvelden erbij, groot genoeg om een goede “Stepping Stone” te kunnen zijn tussen twee ecologische zones. Zichtbaar is dat het deels al zo fungeert.

De route van de ‘Hof’ naar de belangrijke ecologische route langs de Vecht loopt langs een groen grasveld met hoge bomen, deze wordt nu opnieuw ingericht. Vogels komen nu langs deze route door de bomen. Voor amfibieën of insecten is de kwaliteit van de route onvoldoende. De gemeente heeft een groenplan voor Ondiep gemaakt waar deze strook. Wellicht komt er een goede onderbegroeiing in de vorm van dichte struiken. Helaas is het onderdeel water tot nu toe in dit plan gesneuveld.

De volgende plek is het Julianapark. Dit is het einde van een ecologische lob vanuit het noorden. De route ernaartoe vanaf de Vecht, via het ‘Hof’, zou goed mogelijk zijn. Ondanks de slechte verbinding is er al migratie. De grote bonte specht die hier nu nestelt komt daar vandaan, evenals een soms bezoekende eekhoorn. Om het te verbeteren zal de groene rand langs de sloot aan de noordzijde van de velden behouden moeten worden als groene zone en verbeterd met het aanplanten van specifieke onderbegroeiing. Vooral het onderhoud hier moet op de migratie gericht zijn door de onderbegroeiing deel voor deel te snoeien. Helaas is op dit moment het onderhoud slecht; ook velt de gemeente regelmatig bomen en haalt onderbegroeiing weg.

Met weinig energie en kosten van de gemeente zou er veel kwaliteit extra ‘loskomen’ voor mens en dier. Op klein niveau is goed zichtbaar dat de negatieve spiraal van vervuiling, criminaliteit en vandalisme hier zijn afgenomen. Goed onderhoud en mooi groen dwingt respect af, ook in een herstructureringswijk. Daarnaast is een doorgaande route tussen twee hoofdecologische routes voor veel dieren van groot belang.

sfeerbeeld sfeerbeeld sfeerbeeld sfeerbeeld sfeerbeeld